Geldgebrek én Tijdgebrek… De 20-80-oplossing

“Ik heb geen tijd” is het meest gebruikte excuus in de lage landen.  Onderzoek wijst ook uit dat we ’t met elkaar drukker hebben dan twintig jaar geleden. We stoppen meer activiteiten in een dag. En die dag heeft nog altijd 24 uur, dus als je daar meer in stopt, neemt de druk toe. Als je op een dichte slang de kraan verder opendraait, neemt de druk toe, ook als je die slang netjes recht legt. Daarom werkt time management meestal ook niet, althans niet tegen de druk.

Tijd is een schaars middel. We kunnen geen 25 uur creëren of verzamelen in een dag. Anders dan geld bijvoorbeeld. Geld kan altijd meer worden. Tijd is dus veel waardevoller dan geld.

In de praktijk hangen tijd en geld wel erg samen. De meeste werkende mensen ruilen immers hun tijd voor geld. Ze stellen hun kostbare tijd ter beschikking van een werkgever en in ruil voor die tijd krijgen ze geld. De hoeveelheid geld is afhankelijk van die tijd en van het soort werk. Sommigen krijgen meer geld dan anderen voor het soort werk dat ze doen. Maar voor iedereen geldt dat de helft werken, ook de helft salaris betekent. Of: niet meer werken, niet meer salaris.

Daarom bepaalt onze behoefte aan geld voor een groot deel ons tijdgebrek. En het gekke is, zelfs als we onze tijd opofferen en dus tijdgebrek krijgen, is er vaak ook nog geldgebrek! Het leven dat we leiden wordt vanzelf duurder door inflatie en belastingen en door allerlei wensen die we willen vervullen. De meeste mensen hebben “meer wensen dan geld”. Altijd weer leuk om te zien hoe Gaston mensen blij weet te maken met een cheque van de Postcodeloterij.

Dus tijdgebrek en geldgebrek, dat lijkt een behoorlijke patstelling. Als we meer geld willen verdienen, krijgen we dus nog meer tijdgebrek. Als we tijd vrij maken door minder te gaan werken, krijgen we nog meer geldgebrek. Hoe gaan we dit ooit oplossen?

Welnu, dat is toch eenvoudiger dan je denkt.

Kijk even naar dit raampje:

De mensen in de linker kolom ruilen tijd voor geld. Met Zelfstandigen bedoelen we bijvoorbeeld zzp-ers, artsen, adviseurs, noem maar op. Anders dan Werknemers krijgen zij zelf al het geld dat zij verdienen, zonder dat een werkgever  het afroomt. Dus zij zijn minder tijd kwijt voor hetzelfde geld. Toch zijn de inkomsten van allebei afhankelijk van hun tijdbesteding. Stoppen met werken is einde inkomsten.

De mensen in de rechter kolom gebruiken niet evenredig hun tijd om geld te verwerven. Zij gebruiken andere mensen of instrumenten die voor hen het geld verdienen. De Werkgevers hebben daarvoor personeel in dienst, de Werknemers. Die Werknemers werken voor hen en worden door de Werkgever gebruikt om geld voor hem te verdienen, vaak veel geld. Toch hebben Werkgevers ook vaak tijdgebrek, want het aansturen van organisaties met veel personeel kost in het algemeen veel tijd en moeite.

Dan de 20-80-ers. Zij gebruiken instrumenten om geld mee te verdienen. Vanouds zit hier natuurlijk het grootkapitaal: mensen en families met veel kapitaal, leven van de rente of de huuropbrengsten, of van de winst op hun beleggingen. Later kwamen hierbij ook de mensen met auteursrechten en octrooien, muzikanten, schrijvers, uitvinders. Zij creëerden een product, bijvoorbeeld een muzieknummer, dat iedere keer als het gedraaid wordt geld voor hen oplevert. Zonder dat ze weer dat lied hoeven te zingen op dat moment.

De jongste groep 20-80-ers zijn de mensen die het internet gebruiken als instrument om geld mee te verdienen. Het internet biedt daarvoor  drie nieuwe supermiddelen: bereikbaarheid van “de hele wereld” , automatisering van processen en nauwelijks instapkosten. Veel Voorlopers hebben dit inmiddels ontdekt en zijn er rijk mee geworden zonder evenredig tijd of veel geld te investeren. We staan nu absoluut aan de vooravond dat de grote massa dit fenomeen gaat ontdekken en toepassen.

Een leuk voorbeeld ter illustratie: De wereld telt 7000 groepen van 1 miljoen mensen. Als ik van één van die groepen één keer één euro betaald krijg voor iets dat voor hen van waarde is en de wereld dus weer een stukje mooier maakt, ben ik miljonair. Dat is een simpel voorbeeld, maar zeker niet denkbeeldig. Bovendien regelt het internet met allerlei programmaatjes dat die euro’s ook nog eens  automatisch op mijn bankrekening komen zonder dat ik daarvoor rekeningen op de post hoef te doen.

Tenslotte zorgt de 20-80-er ook het liefst dat het product dat hij levert zo gemakkelijk mogelijk leverbaar is, via datzelfde internet dus. Een aangezien alleen Informatie over het internet getransporteerd kan worden, levert de 20-80-er dus Informatie. Informatie is niet zomaar fun, Informatie is hét middel om succesvol te kunnen leven. Immers, wie niet beschikt over de juiste Informatie kan niet zijn koers uitstippelen, tast in het duister en bereikt nooit zijn doelen, in privé of in het werk. Informatie is het bloed van de moderne samenleving. Als dat niet vlot stroomt, sterven allerlei cellen af.

Informatie is er in allerlei kwaliteiten. De beste kwaliteit is het meeste waard. Dus zullen de specialisten die de beste informatie leveren het meest gaan verkopen, daarna de iets-minder-specialisten enzovoorts. De ontwikkeling kan daarom niet anders gaan dan dat zich wereldwijd heel veel specialisten gaan melden op heel veel, kleine stukjes Informatie. Wie veel weet van weinig zal in deze markt aanzienlijk succesvoller zijn dan wie wat weet van veel. En het leuke is, het kan overal over gaan.

Iets voor jou? Word dan 20-80-er!